Kat Vermist

Vaardigheden
StemComputer Abstraheren
StemComputer Debugging
StemComputer Omgaan met gegevens
StemComputer Problemen herformuleren
Totale tijd
50'
Leeftijd
6 - 8 jaar
Materiaal
Unplugged

Kinderen proberen tijdens de les verschillende katten te herkennen. Hiervoor moeten ze zich focussen op een aantal vastgelegde kenmerken van de katten. Door deze kenmerken per kat op te lijsten komen ze tot een unieke code per kat.

In een dierenasiel komen bij momenten zeer veel dieren binnen. Om de verschillende katten van elkaar te onderscheiden krijgt de kat in bepaalde asielcentra een eigen identiteitsfiche. 
Op deze fiche worden de katten omschreven op basis van een aantal kenmerken. 
Via deze fiche kan dan iedereen de bewuste kat herkennen. 

Vaardigheden computationeel denken

  • Probleem herformuleren 
  • Abstraheren 
  • Omgaan met gegevens 
  • Debugging

Katholiek onderwijs

  • De leerlingen kunnen gericht en intens waarnemen met de zintuigen : Zien (MZzo1)
  • De leerlingen kunnen in verschillende biotopen vaak voorkomende organismen waarnemen, onderzoeken, benoemen en ordenen: Organismen uit de eigen omgeving op een eenvoudige wijze ordenen aan de hand van zelfgekozen criteria (OWna2)
  • De leerlingen kunnen logisch en algoritmisch denken: De betekenis van niet, en, of ervaren in eenvoudige concrete situaties en deze woorden gebruiken (Wdlw7)

Gemeenschapsonderwijs

  • De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en die waarnemingen op een systematische wijze noteren. (WO-Natuur 32104) 
  • De leerlingen kunnen dieren met elkaar vergelijken op basis van minstens 1 zelfgekozen criterium. (WO-Natuur 32306) 
  • De leerlingen kunnen algemeen bruikbare oplossingsmethodes en houdingen hanteren, waarvan de toepassingsmogelijkheden niet beperkt blijven tot de wiskunde zoals (Wiskunde- 4.4 problemen oplossen-1.4.03): 
    • elimineren van overtollige gegevens in functie van de vraag; 
    • het probleem opdelen in deelproblemen;

Onderwijskoepel van steden en gemeenten

  • De leerlingen kunnen een oplossingsplan maken en een oplossingsweg kiezen. (DL-WI-DOD-01.03) 
  • De leerlingen structureren zelfstandig (aangeboden) informatie. (LOD-LL-MGG-01.9) 
  • De leerlingen leggen zelfstandig verbanden tussen nieuwe informatie en informatie waarover ze reeds beschikken. (LOD-LL-MGG-01.12) 
  • De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van levende wezens gelijkenissen en verschillen ontdekken, een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden deze op basis van minstens één criterium. (DL-WO-NAT-03.08a)

Algemene kenmerken van een kat ontdekken

Vanuit het verhaal van Harry kom je met de klas tot een overzicht waaraan je een kat herkent. Je maakt met hen aan bord ook een fiche voor Harry.

Ontdek de namen van de katten

De leerlingen krijgen 6 foto’s van katten (1-6) en 6 kleurenfiches. Ze gaan op zoek naar de juiste naam bij de juiste kat.

Maak een fiche voor elke kat

De leerlingen krijgen 6 foto’s van katten (7-12) en 6 lege kleurenfiches. Ze maken voor elke kat een eigen fiche door deze fiche in te kleuren met de juiste kleuren.

Wie zijn de katten van Berkan?

De leerlingen houden hun uitgewerkte fiches en beluisteren de omschrijvingen van de twee katten van Berkan. 
Ze gaan op zoek naar de katten van Berkan.

Materialen

  • Eerste deel van “Waar is Harry?” 
  • Fotobundel katten 1-6 in kleur (één per twee leerlingen) 
  • Fotobundel katten 7-12 in kleur (één per twee leerlingen) 
  • Werkbundel (één per twee leerlingen) 
  • Kleurpotloden (een set per twee leerlingen) 
  • Afbeeldingen van de personages “Waar is Harry” 
  • Kleuren en de onderdelen van Harry 
  • Beschrijving van de katten van Berkan

Groepering

  • Leerlingen werken per 2 samen.

Nuttige vragen

1) Algemene kenmerken van een kat ontdekken 

  • Waaraan herken je een kat? (kop, ogen, poten, staart, lijf) 
  • Wat is het verschil tussen Harry en een andere kat? (de kleur van kop/ogen/poten/staart/lijf) 
  • Welke kleur heeft de kop/ogen/poten/staart/lijf van Harry? 
    • Dit kan dan ook aan bord gevisualiseerd worden met de gekleurde stroken. 

 

2) Ontdek de namen van de katten 

  • Wat weet je over de kop/ogen/poten/staart/lijf van de kat? (de leerlingen zeggen de bijhorende kleur uit hun bundel) 
  • Welke kat op de foto’s heeft dit ook? 
  • Hoe weet je dat kat … overeenkomt met nummertje …? (de leerlingen verwoorden de stappen die ze gezet hebben) 

 

3) Maak een fiche voor elke kat 

  • Wat weet je over de kop/ogen/poten/staart/lijf van de kat? (de leerlingen zeggen de bijhorende kleur uit de foto’s) 
  • Hoe ben je tot die fiche gekomen? (de leerlingen verwoorden welke stappen ze gezet hebben) 

 

4) Wie zijn de katten van Berkan? 

  • Wat weten we over deze eerste kat? (lieve kat, speelt graag met tennisbal, rent graag rond, zwart met een witte plek op de borst, zwarte poten met witte voeten en gele ogen om in te verdrinken.) 
  • Welke informatie is belangrijk om de kat terug te vinden in het asiel? (zwart lichaam met een witte plek, zwarte poten met witte voeten en gele ogen) 
  • Over welke kat gaat het dan? (Bol) 
  • Wat weten we over de tweede kat? (rustige kat, slaapt veel, rosse kop en rug, witte buik en poten, gele ogen.) 
  • Welke informatie is belangrijk? (rosse kop en rug, witte buik en poten, gele ogen.) 
  • Over welke kat gaat het dan? (Buikje)

Reflectie

Leerling-niveau 

  • Hoe ben je op zoek gegaan naar de juiste kat bij de fiches? 
  • Hoe heb je de fiches zelf uitgewerkt? 
  • Wat vond je moeilijk? 
  • Waar zou je de volgende keer beter op letten? 

 

Leerkracht-niveau 

  • Wat lukte goed? 
  • Wat lukte minder goed? 
  • Waar heb je nog nood aan bij deze activiteit? 
  • Welke vaardigheden herkende je goed? Welke minder?